Niets zo verwarmend deze koude dagen om je op te warmen aan een verse kom soep. Wellicht heb je bij de bereiding ervan bouillonblokjes toegevoegd om de soep extra smaak te geven. Maar wat zit er nu eigenlijk in die bouillonblokjes? En is er wel een verschil tussen? De liefste Kristel Mauriën vroeg zich af of we dit samen onder de loep konden nemen!

We analyseerden de samenstelling van 15 verschillende bouillonblokjes.

“De bouillonblokjes in deze test hebben eigenlijk maar weinig te maken met echte bouillon”, steekt diëtiste Sanne Mouha van wal. “Bouillonblokjes zijn dus geen ingedroogde bouillon. Kortweg kun je stellen dat deze bouillons samengeperste blokjes zout met gedroogde kruiden, gedroogde groenten, vleespoeder, gist, smaakstoffen, etc. zijn. Vandaar ook dat ze je gerechten vooral een extra zout smaakje geven. Vooral in soepen worden ze gebruikt, maar je kunt ze in heel wat hartige gerechten gebruiken: van risotto en pasta over sauzen tot groentebereidingen.”

Of het dan niet wat vreemd is dat we massaal ‘blokjes zout’ kopen om onze soepen en andere gerechten meer smaak te geven, wil Mouha daar niet mee gezegd hebben. “Bouillonblokjes kunnen in een gezond en evenwichtig voedingspatroon, maar dan wel in de plaats van zout en niet als aanvulling op zout. Uit bevolkingsonderzoek is namelijk gebleken dat we allemaal veel te veel zout eten.

Waarom minder zout?

Zout bevat natrium. Te veel natrium is verantwoordelijk voor een hoge bloeddruk, een probleem dat langzaam maar zeker het hart en de bloedvaten aantast. Een hoge bloedruk wordt ook ‘the silent killer’ genoemd. Veel mensen weten namelijk niet dat ze een hoge bloeddruk hebben , tot het te laat is.

Een hoge zoutconsumptie wordt ook in verband gebracht met maagproblemen en een hoger risico op maag-en darm kanker. Jakkes.

En minder drastisch, maar wel belangrijk: een zoute smaak went. Hierdoor ga je minder nuance in je eten proeven en meer aanhang hebben naar ‘zout’.

Gelukkig is de oplossing easy: minder zout gebruiken 😉

Zout hebben we ook nodig. Natrium is namelijk een belangrijk mineraal voor ons lichaam en cellen. Je kan het terugvinden in bijna alle voedingsmiddelen, gewoon op natuurlijke wijze. Daarom dat toegevoegd zout met een gerust hart kan worden beperkt. Uiteraard zijn hier ook uitzonderingen, zoals mensen met een erg lage bloeddruk en intensieve sporters.

Hoeveel is veel?

De wereld gezondheid organisatie (WHO) wil het toegevoegd zout beperken tot 5g per dag.
in België en Nederland houden we het voorlopig op 6g per dag, een iets haalbare hoeveelheid.

Verpakkingen lezen

De hoeveelheid zout wordt vermeld in de ingrediëntenlijst.  Zo kan je zien hoeveel zout er in een product zit.

Zoutarm = maximum 0,3g zout per 100g

Aanvaardbare hoeveelheid zout = 0,3 – 1,5g zout per 100g

Zoutrijk = meer dan 1,5g zout/ 100g

Op verpakkingen kan je soms de term ‘zout’ zien, maar evenzeer ‘natrium’. Zout, of natriumchloride, bevat natrium. 1g natrium komt overeen met 2,5g zout.

Hoe minder bouillon gebruiken:

• Veel kruiden gebruiken: zowel verse als droge. Kruidenmengelingen wel even checken, soms bevatten ze ook zout
• Pikante kruiden.
• een zuurtje, zoals citroensap of balsamico, werkt ook smaakversterkend. Uiteraard niet hetzelfde als zout, maar vaak wel erg verfrissend lekker.
• Gebruik groenten met veel smaak, samen met groenten met wat minder smaak, zoals ui, selder, pompoen,…
• Gebruik verschillende soorten groenten bij elkaar, zo krijg je smaakvariatie
• Geef het wat tijd: zout minderen proef je sowieso, maar het went wel erg snel.
  Doe niet te gek, je moet echt niet drastisch je zout gebruik laten kelderen. Pak het geleidelijk aan, dan kan je geleidelijk wennen aan de smaak.